Voetbal als troost tijdens de pandemie. De afgelopen 14 maanden zal ik niet veel wedstrijden hebben overgeslagen. Iedere dag wel een rollende bal: het leed vergeten en de tijd, wegvluchten van de eindeloze coronadebatten. In de afgelopen anderhalf jaar heb ik Atlético 2.0 zien opstaan, genoot ik met volle teugen van Real Sociedad & Celta de Vigo, keek ik mijn ogen uit bij de Frenkie-Messi-Pedri-combinatie, was Levante de reuzendoder als altijd, werd Getafe minder maar bleef Bordalas zijn onuitstaanbare zelf.. en zag ik weer talloze saaie tactische schaakspelletjes. Zoals ze in Neutrale Kijkers hoopten op coronakampioenen hebben we er met Atlético wel eentje gekregen.
De voorkant van het voortdenderende treintje dat voetbal is, heeft helaas ook een vervelende achterkant: een pandemie is afstand houden, dus zullen stadions niet zo gevuld of simpelweg leeg zijn en zo zal de merchandise ook moeilijk op gang komen. Logischerwijs een flinke tegenslag in de omzet voor veel clubs. Wat heb ik talloze keren gedacht: geef me een zondagavond met een vol Sanchez-Pizjuan, San Mames, El Sadar of Benito Villamarin. Voetbal is sfeer, voetbal is emotie, voetbal is een wisselwerking met spelers. Ik beleefde Ajax v PSV mét fans heel anders dan in een heel jaar zonder fans. In Nederland hopen we sneller naar volle stadions te kunnen gaan, maar in Spanje beginnen we met 40 procent van de capaciteit (NL=60%). Wat me voornamelijk opviel was het verschil in regels op de tribunes: in Nederland kon je vrolijk hossen met elkaar op de tribune en waren eerste ringen regelmatig leeg, terwijl je in Spanje eind mei met een mondkapje strikt op je eigen plek moest zitten anderhalve meter uit elkaar. De testwetten van ons aller Hugo zullen vast meehelpen, maar toch. Laten we hopen dat het goed komt met de samenleving, meer kan ik in ieder geval als genuanceerd mens niet doen.
Waar Engeland dankzij lucratieve TV-gelden de financiële crisis ietsjes makkelijker kan doorstaan, worden clubs in Spanje onderworpen aan een streng financieel dieet dat competitieorganisator LaLiga hen oplegt. Dat financiële dieet hangt samen met het mythische limite salarial, of wel het salarisplafond: deze limiet wordt berekend door de inkomsten en structurele uitgaven van de club met elkaar te verrekenen. Als omzetten sterk dalen, kunnen clubs dus veel sneller in problemen komen met hun selectiebestand. Het financiële moeras van FC Barcelona als perfect voorbeeld (95% salaris/omzet, terwijl 70 procent gezonder is), maar schrijvend eind juli ook Levante. Die hadden zich er een beetje op verkeken dat kopende clubs minder snel en voor minder geld de portemonnee aanwenden om hun selectie te versterken. Er wordt iets meer nagedacht over wat er gekocht wordt. Levante liep op de muziek vooruit en leeft nu nog in onzekerheid: het is de vraag of hun aanwinsten vanaf de eerste dag aan de start staan.
Gegeven het gedwongen vertrek van Lionel Messi lijkt het fairplaysysteem van de Liga wel degelijk te werken, maar het echte nieuws in die saga is dat Barça met 95 procent salaris/omzet-ratio 25 procent boven het gezonde percentage zit.. en dat zonder Messi. Anders had het 110 procent geweest. Jaren zijn ze ervoor gewaarschuwd en nú wordt het afgestraft. Het echte nieuws is ook de 480 miljoen euro aan verliezen over het afgelopen seizoen die volgens Laporta door de Catalanen wordt verwacht. Hoewel Messi’s transfer naar PSG de aandacht nu zal opeisen, mag het financiële bloedbad in Camp Nou niet worden vergeten. Helaas zijn op het moment van schrijven Barça en Real flink hun best aan doen om dat onder te laten sneeuwen door in het geweer te gaan tegen de voor het Spaans voetbal zeer lucratieve CVC-deal van LaLiga. Voor veel clubs zou de deal cruciaal zijn om hun aanwinsten alsnog in te kunnen schrijven voor de openingsronde van de Liga zonder meteen spelers te verkopen. Dit geldt ook voor FC Barcelona met Aguero, Memphis, Garcia en Emerson. Wat is wijs, zou je denken.
Tot zover het financiële, organisatorische aspect. Zullen we dan nu weer naar de rollende bal gaan? Terwijl de topvoetballers hun spieren iedere halve week overbelasten, kan ik u alleen adviseren een vaccinatie te laten halen: de enige uitweg naar beter. Is er LaLiga na Messi en Ramos? Het is de vraag die vanaf komend seizoen centraal zal staan in weer een slopende marathon van 38 speelronden. Vanaf vrijdag 13 augustus, 21:00 is het zo ver, dan krijgen we antwoorden en laten we het oeverloze meningengeweld achter ons. Dan rolt de bal weer.
Atlético Madrid
“We betreden de Suarez-zone”, zo luidden de woorden van Diego Simeone voorafgaand aan de een na laatste speelronde van 2020/21. Wat Atlético een jaar geleden nog ontbeerde, was er nu wel: een ervaren topspits die weet wat er moet gebeuren op momenten wanneer de mentale druk hoog was. Cholo sprak profetische woorden. Tegen Osasuna scoorde Suárez de 2–1 in minuut 87:33; op de slotdag prikte hij de winnende 1–2 binnen tegen Valladolid. Luisito oogt als een mank hobbelpaard, maar klasse voor het doel vergaat niet. El Pistolero heeft een karrenvracht aan punten binnengehaald voor Atlético en ze daarmee de titel bezorgd.
Waar ik een jaar op deze plaats nog schreef dat Atlético Madrid aanvallende impulsen ontbeerde, is dat sinds het afgelopen seizoen anders. Vorig seizoen had Atlético geen enkele speler in de top-12 van het lijstje ‘non-penalty goals + assists per 90 minuten’, nu zijn dat er liefst 5: Suárez, Llorente, Félix, Carrasco en Correa. Als het gaat om Atlético, voelt het apart om te constateren dat zij het uitgebreidste pallet aan spelers hebben die ‘constant’ betrokken zijn bij goals. Barça had Messi en Griezmann; Real Madrid had Benzema en een kleine duit in de Kroos.
In december viert Simeone zijn 10-jarig dienstverband bij zijn grote liefde. Cerezo zei deze zomer: “Hij mag zo lang blijven als hij wil”. Dan is je aanpassen aan de werkelijkheid en concessies doen onvermijdelijk. Atléti is geen rouwdouwersteam meer, ook geen hyperaanvallend team. In de mix van 3–5–2 en 4–3–3 is er plaats voor defensieve beesten als Don Jan Oblak, Savic en Gimenez; voor het tactisch-technische intellect van Koke, de passingskunst van Trippier, de diepte van alleskunner Llorente en de eigenzinnigheid van Suárez, Carrasco, Félix en Correa. Kortom: een bonte mix.
Komend seizoen komt middenvelder Rodrigo De Paul erbij, voor 35 miljoen euro weggelokt bij Udinese. Ook al een eigenzinnige voetballer die zich met technische hoogstandjes en aanvallende betrokkenheid toont. Zijn liefde voor Cholo leidde hem naar Metropolitano. Het is weer een extra speler die ons tot de hot take-achtige conclusie kan brengen dat je voor de verrassing en prikkeling toch echt bij Atlético moet zijn. Slachtoffer hiervan zal helaas waarschijnlijk Saúl Ñiguez zijn. De oude zelf hebben we van hem al even niet gezien en loopt met zijn ziel onder de arm door Metropolitano: tot verdriet van de fans.
Atlético is dit jaar voor het eerst sinds 2014 kampioen geworden, maar je zou kunnen stellen dat dit jaar de ideale kans is voor de club om de titel te prolongeren: Real Madrid heeft flink ingeleverd op defensief gebied en Barça is de almachtige kwijt. Word je nog eens met 86 punten kampioen? Wellicht van njet, dus zal Cholo’s equipe zich moeten verbeteren op meerdere fronten: bijvoorbeeld in de lastige uitduels waar het telkens op een houtje bijten was. Simeone zal het ook duidelijk moeten zijn geworden dat alle trucjes en tactische zetten met Atlético 1.0 vibes altijd voor hachelijke situaties zorgen. Het punt dat spelers als Trippier, Koke en Suárez te belangrijk zijn voor het team om hen zomaar te missen door een blessure of lullige schorsing lijkt ook gerechtvaardigd. Immers; de mindere fase van Atlético in 2021 begon niet heel toevallig met het ingaan van Trippier’s gokschorsing.
Real Madrid
Een groot gat is geslagen in Madrid: Zinedine Zidane, Sergio Ramos, Raphael Varane.. allemaal verlaten ze Real Madrid deze zomer. Het is de officiële aftrap van de renovatie die na het dramatisch verlopen 2018/19 al werd afgekondigd, maar eigenlijk bleef alles hetzelfde: de revolutie uitroepen opdat er niets verandert. Zinedine Zidane is helemaal geen coach die grote sterren vertelt dat hun tijd erop zit en met nieuwe krachten aan de slag gaat: hij herstelt oude banden en vertrouwt op de intelligentie van zijn oude sterren om prijzen te pakken. Het leverde in die twee jaar een landstitel en Super Copa op; meer zat er niet in. De selectie is uitgeknepen, spelers vertrekken (soms tegen hun wil, soms voor hun eigen bestwil) of zitten bijna tegen hun pensioen aan. Er is een fris gemoed nodig, een nieuwe identiteit.
Problemen van nu leiden deels terug naar de revolutie in 2019 die eigenlijk geen revolutie was. Toen al had Real Madrid nieuwe piketpalen willen slaan, maar op linksback Ferland Mendy na heeft elke inkomende speler van die zomer wel zijn krasje op de ziel gehad. Hazard en Jovic die constant blessures en pech hadden, Militao die pas na twee jaar begon te presteren en Rodrygo als geplant zaadje voor de verre toekomst. Eigenlijk veranderde er zo bezien dus niet gek veel. De voetbalwereld verandert elke dag, maar Real Madrid bleef feitelijk stilstaan. Zidane valt dat niet kwalijk te nemen, want Zizou heeft nooit gepretendeerd iemand anders te zijn dan hij is. Flo Perez treft meer blaam, al kan niemand een allesverschroeiende pandemie voorspellen. Juist in een periode waar je zogenaamde revolutiezomer niet goed uitpakt een pandemie op je dak krijgen. Je zou voor minder.
De keuze voor Carlo Ancelotti is er deze zomer ook weer niet een van absolute vooruitstrevendheid. Dat de meeste toptrainers stevig in het zadel zitten bij hun topclubs is een feit, maar een peoplemanager aanstellen tot 2024 terwijl je als club een broodnodige omslag moet maken? Goed, het is een gentleman waar het publiek van smelt (zeg eerlijk, wie niet?), maar echt met harde hand regeren en nieuwe werken ingang zetten? Nee, dat doet hij niet echt. Toch zal hij de komende jaren antwoord moeten vinden op de defensieve krater die Ramos en Varane met hun vertrek hebben geslagen. Daarnaast is er voorin is er een extreme Benzema-dependencia; waar is het rendement, waar zijn de betrouwbare doelpuntenmakers en.. worden de vleugelspelers aan de praat gekregen? En zorgt fysieke trainer Pintus ervoor dat de waslijst aan spierblessures worden teruggedrongen? Een ding wat zeker is: het middenveld zal altijd leveren. Ook in een slopend seizoen stonden Kroos, Casemiro en de bijna 36-jarige Modric er altijd. Of ze nu moesten aanvallen of verdedigen of ertussenin. Al zal Ancelotti hopen dat Valverde dit seizoen eens geen blessure oploopt. De 23-jarige Uruguayaan is al twee seizoenen een belangrijke invaldynamo, maar heeft in 2020/21 nog best een boel moeten missen vanwege verschillende pijntjes.
Om de door Ramos en Varane geslagen krater te managen, kan Ancelotti centraal achterin putten uit nieuwkomer en passingsexpert Alaba, de opgeleefde Militao, de onvermijdelijke Nacho en onzekere, fysiek matige Jesus Vallejo. Dat klinkt niet als een overweldigend ensemble, niet al teveel kwalitatieve diepte. Het is sterk de vraag of het wel complementair genoeg is voor een titelstrijd.
Bij zijn aanstelling beloofde Carlo spectaculair voetbal met veel doelpunten. Dan zal wel de afhankelijkheid van Benzema verminderd moeten worden. De Fransman kende een voor hem persoonlijk fantastisch 2020/21. Het was een genot om hem te zien voetballen, zien te bewegen en zien te dienen. Alleen was hij wel samen met Kroos de enige voetballer bij Real Madrid die constant betrokken was bij goals. Vinicius, Asensio, Rodrygo: ze moeten allemaal een stapje harder gaan zetten om Real Madrid aan titels te kunnen helpen. Is Hazard in staat om eens meerdere wedstrijden achter elkaar te kunnen spelen en belangrijk te zijn voor het team? En.. ja.. wat brengt de aanwezigheid van Ancelotti voor Bale teweeg?
Sterren lopen weg bij Real Madrid, maar er komt al twee zomers niets noemenswaardigs voor terug. Daarmee zijn ze momenteel geen uitgesproken titelfavoriet (niet zeggende dat ze geen contender zijn) en kunnen we ze drie jaar na de laatste Champions League-zege niet tot een van ‘de’ kandidaten voor de eindzege rekenen. Uiteindelijk is alles en iedereen binnen Real Madrid bezig met maar één ding, ik heb hem nog lang weg kunnen houden: Kylian Mbappé. De Kyl, het goudhaantje, het jonge fenomeen. Zijn contract loopt in 2022 af bij PSG en hij lijkt niet te willen verlengen. Dit is wat Flo Perez iedere seconde van de dag bezighoudt samen met zijn prestigeprojectje die de Super League is: “monopolies zijn slecht, zeker wanneer je de monopolie zelf niet bent”.
FC Barcelona
Sinds 5 augustus 2021 geldt alleen de realiteit in Camp Nou: die van een financiële puinhoop. Hoewel FC Barcelona onder aanvoering van Laporta zal proberen om daar alle aandacht van af te leiden, moeten we er onszelf constant aan gaan herinneren. Er is een salaris/omzet-ratio van 95 procent en dat zónder Messi, terwijl een ratio 70 procent gezond is, terwijl Barça een verlies van 487 miljoen euro over het afgelopen seizoen verwacht. Dat zijn twee keiharde constateringen, en dan hebben we de diepere financiële cijfers niet eens opgerakeld. Dat zal ik jullie besparen, maar het is in ieder geval duidelijk dat LaLiga’s financiële fairplay niet ‘de’ reden is dat Barça de grote Messi kwijtraakt. Er zullen jaren van zware saneringen moeten komen om weer gezond te raken. De aanleiding daarvoor is een ramptrein van 2010 tot 2020 onder aanvoering van Sandro Rosell en Josep Maria Bartomeu. Hoewel het opmerkelijk is dat de om flexibiliteit van Tebas vragende Joan Laporta al Memphis/Garcia/Emerson/Agüero heeft vastgelegd zonder dat hij ze in kon schrijven. Daar moeten ook antwoorden op komen.
Er is een financiële en bestuurlijke werkelijkheid, maar te midden van alle onzekerheden zal er ook weer gevoetbald gaan worden. Barça moet zonder haar god, haar alles, haar talisman verder. Waar Koeman al het hele afgelopen seizoen van het hele team een stapje meer eiste in de doelpuntenproductie zal dit in 2021–22 zéker het geval zijn. Griezmann was de enige speler die afgelopen seizoen, weliswaar op een afstandje van ‘hem’, die meekon met Messi: waar de grote direct betrokken was bij 39 goals, was dit voor Griezmann bij 20 goals het geval. De nummer drie in de rij is Ousmane Dembele met slechts 9 goals. Het helpt in dit geval zeker niet mee dat de indrukwekkende Ansu Fati bijna een heel seizoen aan zich voorbij zag flitsen.
Ondanks de aanwezigheid van Lionel Messi had FC Barcelona het alsnog enorm lastig om 90 minuten lang grip te houden op haar tegenstanders. Of het nu in een clash met andere clubs uit de top-4 was of in clashes waar extra druk op stond om een resultaat te behalen. Wanneer het tegenstanders lukte om Barça te neutraliseren, hadden ze telkens moeite om diepte in het spel te houden: bon, Fati lag er lang uit waardoor Dembele eigenlijk de enige was die bij tijd en wijle de ruimtes achter de verdediging wilde aanvallen in de opbouw. En ondanks de goede, lange reeks met ongeslagen wedstrijden waren er ook in 2021 genoeg wedstrijden waarin Barça 2 of meer goals tegen kreeg. Eigenlijk was Ronald Araujo in de defensieve linie die vrij lange tijd indruk heeft kunnen maken. Te vaak werd er getuimeld; neem Barça 1–4 PSG in februari, neem Levante 3–3 FC Barcelona in mei. Een goede machinekamer met Pedri, Busquets en De Jong hoeft nog niet alles te zeggen.
Of Agüero wel of niet ingeschreven wordt; tot oktober á november zal hij zijn kunsten nog niet kunnen vertonen. Het immer blessuregevoelige lokaas voor Messi is mits fit een uitstekende toevoeging aan FC Barcelona voorin, maar is zijn fitheid en forse salaris dat waard? Memphis zal met zijn dribbels, sterkte aan de bal en snelheid genoeg wapens hebben om iets toe te voegen aan Barça. Al zal het Koeman, dunkt me, vooral er om moeten gaan hoe hij een functionele aanval samenstelt; waarin diepte, goals en werklust zonder bal bij zit. Je opofferen voor het geheel is wat moet gebeuren. Kan een aanval met Fati, Griezmann en Memphis bijvoorbeeld werken later? Het zou alle boxjes vinken voor Meneer Ronald.
Achter het geweld van de grote drie Pedri — Busquets — De Jong op het middenveld schuilen met Pjanic, Puig en Coutinho kwalitatief op zich prima spelers, maar op Puig na hebben de anderen in een 4–3–3-punt naar achteren niet echt laten zien dat ze thuishoren in dit Barça. Daar zijn dus nog wat vragen te beantwoorden.
In defensief opzicht beschikt de Spaanse grootmacht over een uitgebreid pallet aan keuzes, maar kwantiteit is niet automatisch kwaliteit. Van de vijf centrale verdedigers (Araújo/Lenglet/Garcia/Mingueza/Pique/Umtiti) is op zijn zachtst gezegd lang niet elke speler even betrouwbaar. Op de backposities (Roberto / Emerson / Dest — Alba) is eigenlijk alleen met laatstgenoemde een constante speler te vinden. De rest is dat niet of in het geval van Emerson moeten we afwachten hoe snel hij went aan de overstap van Betis naar Barça.
Koeman moet maar afwachten of hij meteen gebruik kan maken van de binnengehaalde spelers. Zodra dat kan, lijkt hij pas echt aan een nieuw functioneel geheel te kunnen werken in een post-Messi-wereld. En zelfs dan moet hij niet uitsluiten dat enkele spelers nog vertrekken om het salarisbudget te drukken, maar ook dat gaat weer niet zo makkelijk gezien de hoge boekwaarde en/of salarissen die enkele overbodigen nog hebben. Kortom: onzekerheid troef in de eerste fase, juist nu men naar duidelijkheid snakt en zekerheden zoekt.
Sevilla
Uitgerekend in het seizoen dat de fans de wedstrijden thuis moesten beleven, brak Sevilla het clubrecord punten in één seizoen. In 2014/15 pakte Sevilla er 76; in het vorige seizoen 2020–21 werden het er 77. Twee seizoenen Lopetegui: een eindzege in de Europa League, twee keer superstabiel vierde in de Liga en zodoende eer de Champions League in. Praktisch de hele seizoenshelft hebben ze vierde gestaan, maar in de slotfase van het seizoen sneden ze zichzelf in de vingers (0–1 verlies tegen Athletic Club) toen ze de traditionele top-3 echt konden aanvallen. Maar de manier waarop het gebeurde verbaast ook weer niet: 73 procent balbezit en hoe langer de wedstrijd duurde, hoe minder serieuze kansen.
Je hebt balbezit als middel om tot kansen te komen, maar je hebt ook ploegen die balbezit als doel zien. Sevilla is onder Lopetegui duidelijk een aanhanger van het tweede. Afgelopen seizoen hadden ze gemiddeld 61,2 procent balbezit, wat alleen Barça beter kon met 65,8 procent. In letterlijk twee jaar hebben Julen en Monchi Sevilla op imponerende wijze gerenoveerd tot een ploeg die volledige grip wil op haar tegenstanders. Van de spelers die in het afgelopen seizoen meer dan 1.000 minuten maakte, speelt alleen Jesus Navas al langer dan twee jaar bij de club. In ramp tempo is de selectie verrezen tot een fysiek en technisch op en top geprepareerde ploeg, die zelden het overwicht aan andere opponenten laat. Ze zetten hun tegenstanders rap onder druk en achterin hebben ze met Koundé, Carlos en Fernando spelers die doodsimpel de ballen terugveroveren hoog op het veld om de opponent weer kapot te passen en te passen. Een kwaliteit en tegelijkertijd een kwaal, want Sevilla heeft voorin moeite om een optimale bezetting te creëren tegen diepzittende tegenstanders. Aanvallers moeten het vaak op individuele klasse doen; vanuit het middenveld wordt er niet veel bijgesloten. Het zorgt voor verschrikkelijk taaie wedstrijden om naar te kijken. Het is desondanks een handhaafbare tactiek: 53 goals voor (niet bijzonder), 33 goals tegen (prima) en liefst 15 punten voor op de nummer 5 Real Sociedad. Sevilla is een stugge, stabiele machine maar je kunt je door hun ‘saaie’ overmacht moeilijk vermaken. Nou ja, tenzij clubs als Real Sociedad en Celta de Vigo voorbij komen. De zeldzame keren dat positief ingestelde subtoppers de degens kruisen met Sevilla is het opeens weer leuk om naar ze te kijken. Je moet er alleen wat ruimte voor weggeven.
Aan de vooravond van Lopetegui’s derde seizoen lijkt te moeten gebeuren wat een club als Sevilla altijd overkomt; de parel(s) verkopen. Hoeveel rek er in dit elftal nog zit is dus relatief bekeken. Bij ‘moeten verkopen’ spreken we uiteraard over Jules Koundé, de kleine alleskunner van Sevilla centraal achterin. In de onderhandelingen met Chelsea kennen wat hobbels, maar niemand gaat er nog vanuit dat hij blijft. Gezien de resultaten van Sevilla zonder Koundé (onder andere nederlagen tegen Granada, Eibar en Elche) heeft Monchi een serieuze taak voor zich om de 22-jarige Fransman te vervangen. Wat zal zijn waarschijnlijke vertrek voor scheur slaan in het beton van de Sevilla-organisatie?
Hoewel Koundé in dit geval de spotlights kaapt, heeft Monchi deze zomer een andere opvallende transferdeal gesloten. Sevilla-parel Bryan Gil was vorig seizoen een revelatie als huurling bij Eibar, maar werd tegen Erik Lamela en 25 miljoen euro geruild met Tottenham Hotspur. Een toekomstig talent geruild tegen een speler die vooral in Lopetegui’s systeem past. Een teleurstellende zet, maar blijkbaar speelt ook deels mee dat er wat financiële beweegruimte nodig is op de transfermarkt. Als er zwakke plekken zitten in de Sevilla-selectie, zal dat in de spitspositie zitten. En-Nesyri heeft veel goals gescoord, maar een ander type-spits die met jongens als Ocampos, Suso en Lamela kan combineren en een bal vasthoudt is nodig. Joselu (Alaves) is die fysieke beer die ze daarvoor op het oog hebben, maar dan moet Luuk de Jong wel vertrekken.
Kan Sevilla in een genivelleerde competitie de 77 punten van vorig seizoen evenaren of verbeteren en de top ‘ergeren’? Voor handelshuizen als Sevilla is dat gewoon een pittige uitdaging.
Real Sociedad
In 2019 binnen een half seizoen van plek 16 naar 9, in het pandemieseizoen 2019/20 op plek 6 eindigen, in 2020/21 een Copa del Rey-eindzege en vijfde plaats rijker. Daarnaast zal het B-team van Real Sociedad (onder leiding van Xabi Alonso) komend seizoen uitkomen in de Segunda Division. Alles lijkt La Real voor de wind te gaan qua sportieve prestaties sinds Imanol Alguacil het eind 2018 overnam van Asier Garitano. Met een selectie waarin slim gescout Europees talent, jongens uit jeugdopleiding Zubieta en ervaring uitstekend samengaan speelt de club uit San Sebastian met een van de meest attractieve stijlen in de Liga, zo niet dé.
Compromisloos direct positiespel en fel drukzetten zorgt ervoor dat Real Sociedad in staat is om, mits iedereen fit, iedereen onder de mat te voetballen. Met name de eerste wedstrijden van 2020/21 was dat dan ook te zien. Ze waren een tijdje de enige die meekonden met Atlético Madrid kijkend naar verliespunten, maar na de 10e speelronde begonnen de problemen voor Real Sociedad: Mikel Oyarzabal lag er een maand uit en David Silva zou het hele seizoen verder kwakkelen. El Mago moet zorgvuldig belast worden; hoewel Real Sociedad ook zonder hem resultaten blijft boeken is hij wel de speler die dit team veel extra’s geeft zoals Odegaard dat in 2019/20 deed. De spaarzame keren dat La Real wel volledig fit was, gingen ze in 2021 als de brandweer; 4–1 winst op Cádiz en een demonstratie tegen Levante die wonderbaarlijk in maar 1–0 eindigde.
Real Sociedad is natuurlijk meer dan David Silva. Neem Mikel Merino, de veldheer van het middenveld die zo goed kan passen maar met zijn fysiek ook kan arriveren in de 16 van de tegenstander. Neem Alexander Isak met zijn duizelingwekkende techniek en goals. Neem de balvaste en veelzijdige mikel Oyarzabal op de linkervleugel. Neem de agressiviteit van Portu als rechtsvoor. Neem de onvoorspelbare Januzaj. Dan laten we talenten als Zubimendi, Barrenetxea, Guevara en velerlei nog uit de jeugdopleiding Zubieta onbesproken.
La Real heeft zich deze zomer vrij stil gehouden op de markt. De miniprobleempjes die opspeelden zijn vrij simpel opgelost: Diego Rico als extra back achter de oude, kwetsbare Nacho Monreal en Matty Ryan vervangt Miguel Angel Moya als tweede keeper. Nu lijkt het vooral de taak overbodige spelers te lozen uit een breed bezette selectie. Even leek het erop dat Willian José na eerder een huurtermijn bij Wolverhampton nu echt de club zou verlaten maar die kaarten liggen ook weer anders nu Carlos Fernandez deze zomer zich blesseerde en er voor een half jaar minstens uitligt. Wordt Willian José weer braaf de back-up van Alexander Isak?
Zo lijkt het er al met al op dat er weinig verandert bij Real Sociedad. De club, selectie en structuur zijn zeer stabiel. Wordt het weer een seizoen vechten voor Europa League-tickets? Kunnen ze dichterbij de top-4 eindigen dan afgelopen seizoen op 15 punten afstand? Het lijkt er ook nu op dat veel zal afhangen van hoe goed Real Sociedad omspringt met de fitheid van David Silva.
Real Betis
Een van de bewonderenswaardige verbeteringen prestaties ten opzichte van het vorige seizoen staat op naam van het Betis van Manuel Pellegrini. Of is het wel bewonderenswaardig en pure logica? De tweede club uit Sevilla is altijd al ambitieus geweest maar heeft steeds moeite gehad om dat om te zetten in prestaties, het liefst met attractief voetbal. Na het succesvolle eerste seizoen 2017/18 onder Quique Setien bleef het vervolgens op plek 10 en een schandalige 15e plek steken, hoeveel geld er ook over de toonbank werd gesmeten. Door de coronacrisis was er in de zomer van 2020 weinig bestedingsruimte voor technisch directeur Antonio Cordon; vooral in de defensie werd geïnvesteerd met Victor Ruiz, Claudio Bravo, Juan Miranda en Martin Montoya. Dat is namelijk de linie die Betis al seizoenen parten speelt.
De eerste seizoenshelft leek Betis onder Pellegrini op dezelfde voet door te gaan als in de vorige seizoenen. Ze kregen constant goals tegen en het schip leek na de eerste tegenslag meteen te zinken. Niet heel gek in een elftal waar veel zaalvoetbalachtige frivoliteit in zit: Canales en Fekir zijn de aanvallende vormgevers van dit elftal, terwijl de grote man Joaquín zijn voetbalpensioen wel kan ruiken. Ze stonden 12e in een brede middenmoot en ver achter op Europese plekken. De tweede seizoenshelft was echter een wereld van verschil, want mede ingegeven door een blessure van Bartra begon Betis organisatorisch vertrouwen te kweken. Doordat Aissa Mandi en Victor Ruiz centraal achterin een koppel gingen vormen, ging het hele elftal met meer rust en vertrouwen spelen. Wereld van verschil met de onrustige, vaak falende Bartra. Eerst kijken of het defensief goed staat en dan naar voren voetballen. Zodoende werden er veel meer clean sheets geproduceerd, Betis begon tot het einde te knokken als één team en sleepte duels geduldig uit het vuur. Een fraaie plek 6 en Europa League-voetbal als resultaat. Naast de bekende goden Canales, Fekir en het defensieve centrale duo moet hierin de rol van Borja Iglesias ook worden benadrukt. De spits die in 2019 meekwam met Rubi voor een fiks miljoenenbedrag van Espanyol, liet het 1,5 jaar niet zien maar bleek in 2021 toch opeens te kunnen scoren in Villamarín: 11 goals. Al met al een geweldige prestatie van Manuel Pellegrini om in de tweede seizoenshelft Betis de stabiliteit te geven waar ze seizoenen naar op zoek waren.
Betis in de eerste 16 wedstrijden: 19 van de 48 punten, doelsaldo 19–30
Betis in de volgende 22 wedstrijden: 42 van de 66 punten, doelsaldo 31–20
Ook in het seizoen 2021/22 zal Betis het moeten doen met transfervrije aanwinsten. Door de opgelegde financiële regels van LaLiga mag Betis maar 25 procent van haar opbrengsten herinvesteren in spelers. Dit zou potentieel kunnen door de 9 miljoen euro die rechtsback Emerson heeft opgebracht, maar het is bij transfervrije zetten gebleven. De goed presterende linksback Juan Miranda werd gratis overgenomen van Barça, ter opvulling rechtsachter is Youssouf Sabaly van Bordeaux gratis gehaald en onder de lat heeft Betis met Rui Silva (Granada) een uitstekende zet onder de lat gedaan.
Op het moment van schrijven zoet Betis nog een centrale verdediger: Aissa Mandi is gratis overgestapt naar Villarreal en directeur Cordon heeft er nog geen adequate vervanger voor gevonden. Kan Betis omspringen met de dunne scheidslijn tussen resultaat/stabiliteit en defensieve wanorde? In 2021/22 slaapt de concurrentie niet, heeft Betis te maken met een dubbel Europees schema en zal het dus pittig worden om de zesde plaats nog eens te herhalen. Pellegrini wil graag aantrekkelijk voetballen, maar alleen als de organisatie dat toelaat.
Villarreal
Het getuigde van lef wat Villarreal in de zomer van 2020 deed: Calleja loodst je als club post-lockdown I vrij solide naar plek 5 in de Liga, maar toch neem je afscheid. Mooie Unai Emery heeft namelijk geen werk, maar is wel een expert in Europees voetbal. Je legt hem voor drie jaar vast, kunt spelers als Estupinan, Coquelin, Foyth, Parejo in je selectie stoppen en met Yeremi Pino loopt er ook nog een leuke jeugdspeler rond. Samen met een selectie waarin al Pau Torres, Raul Albiol, Alfonso Pedraza, Manu Trigueros, Paco Alcacer en Gerard Moreno zitten, staat er dan wel een mooi iets.
Na een periode van zoeken aan het begin van het seizoen, met een smadelijke 5–0 nederlaag bij Barça, vind je zo rond november wel het evenwicht: Iborra als ‘6’ met Parejo en Trigueros ervoor op het middenveld en dan Gerard Moreno als valse rechtsbuiten. Er zijn wel wat fysieke tegenslagen, maar dan komt Etienne Capoue wel als vervanger van Iborra op 6. In de competitie gaat het maar mwah mwah want je had wel een selectie die dichtbij de top-4 zou kunnen eindigen; je eindigt op plek 7. Defensief degelijk, voorin te afhankelijk van Gerard Moreno die wel zeer briljant is. Maar je wint wel de Europa League want Emery is de knock-out-kenner, en als defensief degelijk bent met Asenjo, Albiol, Pau Torres en dat middenveld ervoor, kun je wel kalmpjes op de klasse van Gerard Moreno vertrouwen. Dat dan uitgerekend Geronimo Rulli, de immer onzekere keeper, zijn penalty hoog in het doel hengst en die van De Gea stopt waardoor Villarreal uit dat kleine stadje de UEL wint, wie verzint het. Villarreal in de CL.
Met een al degelijke, uitgebalanceerde selectie investeert het voor een CL-jaar in de definitieve koop van Juan Foyth (multifunctionele speler achterin) en haalt het Aissa Mandi (zeer degelijke verdediger van Betis) transfervrij binnen. Er is dus veel keus achterin en een brede selectie. Op het middenveld hebben ze talent Manu Morlanes teruggehaald en voorin met Boulaye Dia geïnvesteerd in een tactisch sterke dribbelspits. Kan Emery in het tweede seizoen Villarreal hoger laten eindigen dan plek 7 en op zijn minst UEL-voetbal veiligstellen? Het lijkt wel minimale wat je mag eisen van deze selectie. Minder afhankelijk zijn van Gerard Moreno en meer diepte in het spel is daarbij een eerste stap.
Celta de Vigo
Na twee seizoenen vechtend tegen degradatie heeft Celta dankzij de werken van de 46-jarige trainer Eduardo Coudet eindelijk weer eens waargemaakt wat er in de talentvolle selectie van de club uit Vigo zit. Er was alleen een ontslag van Oscar Garcia in november 2020 nodig. Die faalde zowel tactisch als qua man-management waardoor de Cruijffista het veld moest ruimen. Amper twee weken later zou Coudet op de tribunes toekijken hoe het Celta dat hij nauwelijks twee weken trainde Sevilla in Nervión een hete avond bezorgde met attractiviteit, directheid en goals ondanks een 2–4 verlies. Sevilla uit hun kot lokken is niet zo eenvoudig. In de weken die erop volgden zou blijken dat dit geen incident was: Granada werd thuis met 3–1 geveegd, Athletic Club werd in San Mames met 0–2 verslagen, Cádiz kreeg 4–0 klop.. en zo door. De rest van 2020 zou Celta niet meer verliezen.
Stel simpelweg met Nolito, Iago Aspas, Santi Mina, Brais Mendez, Denis Suárez en Renato Tapia je beste middenvelders en aanvallers op, vind er de tactische balans bij en klap er vervolgens vol op in een dynamische, veelzijdige 4–1–3–2. Niet alleen het middenveld en de aanval zijn bepalend, ook de backs doen er volop in mee. Het zorgt voor goals, resultaat en veel crazyduels. De enige club die Sevilla twee keer niet-zijnde topclub enorm heeft laten zweten in attractieve duels; winnen in San Mames en Camp Nou. Dat telt allemaal.
Tapia, die gratis overkwam van Feyenoord, verstaat zijn rol als controleur perfect. Voetballend is het lang niet altijd gepolijst, maar hij kan er meer dan voldoende in mee. Vooral fysiek doet hij het goed; drukzetten, bijsluiten, duels winnen en de bal terugveroveren op plekken waar het oude Celta dat niet zou doen. Enige vorm van ruggengraat is dan al snel gecreëerd. Al heeft hij nog met enige regelmaat een typisch Tapia-momentje waar hij te enthousiast is en dat moet corrigeren met geel.
Naast Tapia is vanzelfsprekend de alfa en omega Iago Aspas een aparte column waard. De Messi van Celta; zijn aanwezigheid was lange tijd alles bepalend. Passes, dribbels, techniek, goals en tranen voor zijn club. De beste versie van Aspas zag ik dit seizoen in het thuisduel met Granada: een vroege zondagavond in het weekend na het overlijden van Diego Maradona. Celta kwam vroeg achter, maar wat volgde was een extreem opwindende Aspas-show. Er werd met 3–1 gewonnen en sportkrant Marca was danig onder de indruk dat ze de performance van Aspas bestempelden als een in de geest van Maradona.
In 2021 zou het lang op en neer gaan: soms een punt bij Atlético, dan weer verliezen van Valencia of gelijk tegen Valladolid. In de slotweken van het seizoen ontstak er in Celta dan weer een vlam. Ze wonnen in een week met 4–2 bij Villarreal in een knotsgek duel en wisten ook met 1–2 in Camp Nou te winnen. Het geeft de burger moed dat deze duels tijdens de blessure van Tapia, en deels van Aspas werden gewonnen. Het resulteerde uiteindelijk in een fraaie achtste plek en dat is in elk opzicht een geweldige zege/herpakking van de club ten opzichte van eerdere kwakkelseizoenen. Chacho Coudet laat de fans genieten van opwindend direct voetbal.
Dan is het altijd maar de vraag in hoeverre het soms krenterige Celta Coudet op de zomermarkt wil steunen met aankopen en het verkopen van overbodige spelers. Celta koos vroeger vaak voor goedkope trainersopties, maar voor Coudet moesten ze wel hun best doen om hem los te weken bij Internacional. Op de zomermarkt heeft Celta met linksback Javi Galan een voortreffelijke speler gehaald voor het systeem van Coudet; hij drong op Galan aan. Nadat huurlingen Olaza en Aaron Martin naar andere clubs trokken was de linksback van Huesca een must voor 4 miljoen euro. Backs van Coudet moeten energiek en aanvallend zijn; Galan is dat. Alleen Messi ging meer dribbels aan in de Liga om maar wat te noemen. Daarnaast heeft Coudet voor voorin Franco Cervi van Benfica erbij gekregen. Voor Cervi drong Coudet al in de januarimarkt aan maar toen was het financieel niet mogelijk om de deal te sluiten. Zo kan Nolito wat meer rust krijgen, bijvoorbeeld. Verder lijkt Celta nog vooral een centrale verdediger nodig te hebben. Ze hebben momenteel alleen Araujo en Aidoo achterin nadat huurling Murillo weer naar Italië is vertrokken; zijn financiële prijskaartje om nog eens te huren is ook niet zo ideaal.
Coudet krijgt steun op de markt, in ieder geval. Kunnen ze volgend seizoen weer in het linkerrijtje eindigen en meedoen om Europees voetbal? Celta kan op basis van de afgelopen seizoenen niet te enthousiast gaan doen met hun doelen. Dat zou zelfoverschatting zijn. Als neutrale kijker ben ik in ieder geval kind aan huis zoals ik dat bij Real Sociedad ook ben.
Granada
Het waren drie succesvolle seizoenen voor de Rojiblanco’s uit Andalusië. Diego Martinez is pas 40 jaar, maar heeft als trainer nu al een godenstatus in Nuevo Los Cármenes. Granada stelde in de jaren 70 nog eens wat voor maar sindsdien is het een meer dan 40 jaar zwalkend geheel geweest en niet meer dan een aanhangsel in het Spaanse voetbal. Martinez bracht daar verandering in: eerst gidste hij de club in 2019 naar promotie, daarna werd een liefst 7e plek en Europees voetbal veiliggesteld en dit jaar was daar dan een kwartfinale in de Europa League. Veel knapper krijg je de kunstwerkjes niet, zelfs als het pragmatisch soms betonachtig voetbal is. En zelfs ondanks een Europees slopend seizoen vol met blessures en roulatie kwamen ze op een 9e plek uit. Bravo, staan en applaudisseren, hoed af.
Stoppen op je hoogtepunt is een kwaliteit en je moet er lef voor hebben. Diego Martinez besloot zijn contract niet te verlengen: zijn intense manier van werken en de wetenschap dat hij moeilijk beter kon met Granada zijn hiervoor sterke aanwijzingen. Echt expliciet was hij er niet over. Het is wel een zomer van verandering voor de club, want naast Diego Martinez is ook de technisch directeur Fran Sanchez vertrokken. De nog vrij jonge meneer koos ervoor om een stapje lager te gaan werken bij degradant Valladolid. Een aderlating aangezien de aankopen van de Rojiblancos de afgelopen seizoenen steeds spot-on waren. Granada haalde er Josep Boada als technisch manager voor terug, een 59-jarige man die zes jaar op de scoutingsafdeling van FC Barcelona heeft gewerkt. Robert Moreno werd uiteindelijk de uitverkoren nieuwe trainer. Ja, diegene die als assistent het bondscoachschap van Luis Enrique wilde inpikken tijdens zijn absentie. Na een matige eindklassering in het afgebroken seizoen 2019/20 bij AS Monaco moest hij wieberen; een jaar later heeft de 43-jarige weer een baan te pakken.
Wat is Robert Moreno werkelijk waard als trainer? Kan hij zich herpakken na zijn eerste ontslag op het hoogste toneel? Waar Diego Martinez veel ruimte voor fysiek en beton inruimde voor zijn opstellingen, zien we dat Robert Moreno gaat voor spelers als Monchu (transfervrije aanwinst, jonge middenvelder uit La Masia/Barça) en Luis Milla. Dat leest als ruimte maken voor voetbal op het middenveld, want het zijn best kleine jongens. Niet meer het fysieke geweld van een Yangel Herrera (twee seizoenen een succesvolle huurling van City) bijvoorbeeld. Soldado’s vertrek naar Levante opvangen met Bacca lijkt ook weer een keuze voor iets meer voetbal/balvastheid dan fysiek en duels. De vraag is hoe snel Robert Moreno zijn ideeën in de praktijk zal weten te brengen. Hij erft een vrij uitgebalanceerde selectie waar hij, wanneer het in duels niet draait, met gemak een andere smaak in kan brengen om het duel te kantelen. Neem alleen al de voorhoede: Machis, Puertas, Soro, Luis J. Suarez, Bacca, Molina.. Meerdere keuzes op de backposities, het middenveld.. Daarmee slim tactisch wisselen, daar was Diego Martinez een meester in en zeker in Los Carmenes waren ze met publiek moeilijk te kloppen. Van fysiek naar iets meer voetbal: kunnen Monchu, Milla, Luis Javier Suarez hun stempel gaan drukken in een team waar ook ervaren rotten als Germán Sanchez, Maxime Gonalons, Carlos Bacca en Jorge Molina rondlopen?
Robert Moreno looft al de hele voorbereiding de werklust en de wil van de Granada-selectie om iets nieuws te leren. Zal het helpen om de omslag vanuit een succesvol tijdperk te kunnen maken? Ik weet persoonlijk niet wat ik er van moet verwachten. Bovenkant rechterrijtje dan maar? Veel beter dan Diego Martinez wordt het niet snel.
Athletic Club de Bilbao
In het nieuwjaarsweekend nam Athletic Club afscheid van hoofdcoach Gaizka Garitano. Hoewel hij van de Baskisch trots een defensieve eenheid smeedde en ze richting een Copa Del Rey-finale gidste, was er de laatste maanden in het spel geen vooruitgang te zien. Defensief sterk staan en controle hebben over je opponent is leuk, maar hoe creëer je van daaruit kansen? Dat lukte onder Garitano maar zelden. Hoewel Athletic Club in een drukke middenmoot bivakkeerde, wilde het weer verbeteren met een nieuwe hoofdcoach. Europees voetbal blijft het streven. Als je een vaktrainer zoekt, haal je vanzelfsprekend Marcelino García Toral. Hij bewees immers met Villarreal en Valencia wat hij van zijn ploegen kan smeden: defensief sterke 4–4–2, oogstrelend countervoetbal. Gezien de kwaliteiten van Athletic Club een perfecte match. Voortborduren op het werk van Gaizka Garitano. Twee weken later stond Athletic Club met de Super Copa in handen: Real Madrid en FC Barcelona werden in heroïsche duels verslagen. De mooie touch aan die Super Copa was dat Marcelino en de club heel goed wisten dat het werk van Garitano belangrijk was. In persconferenties en bij plaatjes op sociale media werd daar volop aan gememoreerd. Waardige eer voor een clubman.
Later in het seizoen zou Athletic Club in flitsende duels over Cádiz (0–4) en Getafe (5–1) heenwalsen, maar daarna viel het eigenlijk stil. Heel veel gelijke spelen, matte duels en zelfs in de Copa-finales tegen Real Sociedad (die van 2019/20) en FC Barcelona (2020/21) konden ze geen vuist maken. Schrale troost was een zege op Atlético Madrid (2–1) in de slotfase van het seizoen. Een 10e plek voelt eigenlijk als niets, leegte. Een plekje verbetering maar. Midden in het seizoen instappen bij een club is voor coaches altijd ondankbaar. Er zijn incidentele succesnummers zoals het imposante werk van Thomas Tuchel bij Chelsea te noemen, maar vaak zie je maar half-half de hand van een trainer gedurende het restant van het seizoen. Iedereen die vaktrainers als Marcelino kent, weten dat ze in de zomer dus veel meer hun hand kunnen aanbrengen.
In de stukken over de voorbereiding viel te lezen dat de trainer veel nadruk legde op het defensief-organisatorische werk, het drukzetten (want dat ‘hoort’ bij Athletic Club, hoewel het niet Marcelino eigen is) en het zo direct mogelijk aanvallen na balveroveringen. Wat voor de coach ook een belangrijk thema is, is de constructie van het middenveld. Zoals hij bij Valencia een gouden duo in Parejo — Kondogbia/Coquelin had, moet er ook iets bij de Basken ontstaan. De ene speler moet zich op het organisatorische deel focussen, de ander meer fysieke arbeid leveren. De ervaren Liga-spelers Dani Garcia en Mikel Vesga zullen de opties voor het fysieke zijn; de talenten Unai Vencedor en Oier Zarraga zullen voetballend/organisatorisch meer hun werk gaan doen. Unai Lopez valt daarbij vreemd genoeg buiten de boot en Marcelino wil hem graag wegdoen. Het moet in ieder geval vertrouwen geven dat ze kunnen rusten op een sterk bezette centrale defensie met Yeray, Inigo Martinez, Unai Nunez en de deze zomer op de deur kloppende Dani Vivian. Voorin zal Athletic Club meer rendement moeten halen. Iker Muniain en de onder Marcelino opgebloeide Alex Berenguer laten vaak genoeg zien dat ze kwaliteit hebben, maar rond het spitsenduo heersen twijfels: Iñaki Williams, Raul Garcia en Asier Villalibre moten een stapje harder zetten. Het broertje van Iñaki is Nico Williams en ook een aanvaller; hij heeft zijn debuut al vorig seizoen gemaakt, maar schijnt deze zomer ook zijn best te doen.
Als Athletic Club werkelijk het Marcelino-voetbal uit kan gaan voeren, zullen ze voor iedere opponent een geduchte tegenstander zijn. Defensief-organisatorisch zullen er geen twijfels zijn; voorin moet het rendement ten opzichte van de afgelopen seizoenen echt flink omhoog. Aankopen doen is door de Baskische restricties lastig, dus de selectie moet wat dat betreft vooral in zichzelf investeren. Ze openen het seizoen met Elche-uit, Barça-thuis en Celta-uit.
Osasuna
Doordat Granada de spotlights greep met hun heroïsche twee campagnes hebben ze best wat licht weggenomen van de eveneens, weliswaar op een lager pitje, knappe prestaties van Osasuna. In het eerste seizoen (‘19/20) eindigden ze aan de hand van de duidelijke individuele kwaliteiten van huurlinksback Pervis Estupiñan en kleine ADHD-spits Chimy Ávila op de 10e plek. Het tweede seizoen deden ze dit zonder een uitgesproken topper, stonden begin januari nog op degradatieplaatsen om daarna als een duidelijke top-7 club te presteren en soeverein 11e te eindigen in LaLiga. Wat op het dieptepunt van het seizoen uitmaakt is: je vertrouwen uitspreken in je trainer en proces, kijk wat er van komt.
Jagoba Arrasate is een 43-jarige coach die al 14 jaar in de coaching actief is. Interessant daarbij is wel dat hij een achtergrond als leraar, dus pedagogisch onderlegd is. Mocht het hem iets teveel worden qua stress in het voetbal en een break ervan nodig hebben, weet hij waar hij ergens anders zijn ei kwijt zou kunnen. De tactische filosofie van Arrasate is compact pressen op de tegenstander en direct soms fysiek voetbal spelen. Dat doet hij niet compromisloos; de hoogte en intensiteit daarvan wordt bekeken per tegenstander, kwaliteit en stijl. Wat kan hij er in dat geval met zijn selectie dan tegenover zetten? Hij kan per wedstrijd switchen tussen een 4–5–1/4–2–3–1, 4–4–2 en 4–3–3. Iets minder radicaal dan de Eibar’s van deze wereld dus. Deze realistische aanpak levert stabiliteit en resultaten op.
Iedereen binnen Osasuna weet hoe belangrijk de band met de fans en de impact van een kolkend stadion El Sadar is. Fans staan centraal op meerdere gebieden. Ze zijn uitgebreid betrokken bij de lockdownrenovatie van het stadion en tijdens de recruitment van spelers wordt in gesprekken de band en beleving met de supporters altijd centraal gesteld, als een lokaas en weten dat je God bent als Osasuna-speler bij hen. Niet gek dat Osasuna-medewerkers tijdens de moeilijke fase in het afgelopen seizoen het gebrek aan fans benadrukten. Laten we hopen dat El Sadar snel weer kan kolken.
Osasuna’s sterkte is het collectief. Dat klinkt als Steve McClaren in zijn beste dagen, maar dit team stikt niet van de geweldige individuen en spelers met grootheidswaanzin. Het is vooral op de tactische filosofie gebaseerd. Met de sterke lijnkeeper Sergio Herrera, het middenveldtalent Jon Moncayola en aanvallers Rubén Garcia en de effectieve spits Ante Budimir zijn er spelers die hun team dragen.
Budimir was een huurling van Mallorca en is deze zomer voor 8 miljoen euro definitief overgenomen. Daarnaast pikte Osasuna linksback Côte en spits Kike Garcia op bij Eibar: twee indrukwekkend sterke transfervrije aanwinsten die sterkhouders waren in het sprookje van Eibar. Ze passen precies in de soortgelijke filosofie van Osasuna als ze in de setup van Mendilibar deden. Chimy Avila zou naast Budimir en Kike Garcia dan de derde spits moeten worden. Na een paar fikse kruisbandblessures moet de 27-jarige Argentijn op niveau terug zien te keren; als dat lukt, heeft Osasuna voor een top-rechterrijtjesclub drie ge-wel-di-ge spitsen voor LaLiga-niveau en ik praat oprecht niet graag in superlatieven. De grootste coup van de zomer is wel het tot nota bene 2031 verlengen van de tactisch slimme middenveldsparel Jon Moncayola. Voetbalt hij tot zijn 33e in El Sadar? Geen idee, maar grote klasse.
Als de balletjes komend seizoen Osasuna wat regelmatiger de juiste kant opvallen en de vorm van 2021 doortrekken, is dit team in staat om een verrassende gooi te doen naar Europees voetbal. El Sadar, stroom vol en laat van je horen.
Cádiz
Promoveren, winnen bij Real Madrid en thuis tegen Barcelona, je soepel veiligspelen in het eerste seizoen LaLiga sinds 15 jaar en daarmee 12e eindigen. Het zijn 13 grandioze maanden geweest voor Cádiz, op wat we moeten benoemen na: het vermeende racisme-incident tussen Cala en Diakhaby. De waarheid zal daar nooit boven tafel komen, zullen we moeten vrezen. Het is snel afgehandeld en weggestopt, misschien dat er ooit nog eens wat over wordt opgerakeld, geen idee. Allemaal momenten die beleefd zijn zonder fans. Nuevo Mirandilla (vroeger Ramon de Carranza) is 1,5 jaar leeggeweest, het aan de zee gelegen stadion met zijn steile tribunes zal pas komend seizoen weer enigszins gevuld mogen worden om LaLiga-voetbal te beleven.
Álvaro Cervera heeft Cádiz vanuit de derde divisie sinds april 2016 opgewerkt naar LaLiga. Op het hoogste niveau doen ze vooralsnog aan ordinair resultaatvoetbal. Een doelpunt maken en dat daarna met hart en ziel verdedigen. Een vlakke 4–4–2; Alvaro Negredo, en bewegelijke flanken en een spits als Choco Lozano eromheen. In slechts drie duels in LaLiga hebben ze meer dan 50 procent balbezit gehad, uiteraard zonder zege. De zege met het meeste balbezit was 44% tegen Getafe (0–1). Tegen Athletic Club, Eibar, Real Madrid en Barça hadden ze respectievelijk 28, 27, 26 en 18 procent balbezit maar wel allemaal gewonnen. Dat klinkt als oersaai, dat is het ook. Maar ze laten zien in staat te zijn om elke club met hun taaiheid het vuur aan de schenen te leggen.
Voor Cádiz wordt het komend seizoen net weer zo’n uitdaging om handhaving te bewerkstelligen. Het verrassingseffect is eraf en in aanvallend opzicht hebben zich geen spectaculaire transfers voorgedaan. Nu wel met fans en meer LaLiga-ervaring. Ik schrijf graag meer verhalen over een team, maar dit is momenteel wat het is. Voor het komende seizoen hebben ze Arzamendia (linksback), Victor Chust (centrale verdediger, huur) Varazdat Haroyan (Centrale verdediger), Tomás Alarcón & Martín Calderón (middenvelder) aangetrokken. Allemaal spelers die ik het komende seizoen moet gaan leren kennen.
Valencia
De ondergang van Valencia, of de verwording van grauwe middelmaat, in LaLiga gaat niet gepaard met gelatenheid en fletse wedstrijden. Sinds de grootste eruptie van de vulkaan in de zomer van 2019 (het ontslag van Marcelino, Alemany die uit zijn kielzog vertrekt) hebben we veel extra’s gezien: de komst van Albert Celades als buikspreekpoptrainer, de mini-opstand van de spelersgroep daarbij, het ontslag van Celades, de massauitverkoop aan spelers omdat ze geen Lim-jaknikkers zijn, Javi Gracia die al na het sluiten van de zomermarkt op wil stappen om het gebrek aan inkomende transfers, spelers die schuldpapieren krijgen aangeboden omdat het salaris niet kan worden betaald en je trainer laat in het seizoen ontslaan terwijl die bungelt met een hopeloze selectie. Het zijn talloze hoofdstukken (waar ik mogelijk nog wat vergeet) in het zoveelste deel van de tragische zit dat het bewind van Peter Lim in Mestalla is. Protesten buiten het stadion gebeuren wel, maar voelen als zinloos. Soms is er een gerucht over een naderende verkoop, maar dan meestal op niets gebaseerd.
Dit seizoen wacht ons een nieuw hoofdstuk en ik durf niet te voorspellen hoe het gaat eindigen. Mijn inzet is een naderende korte periode vol hectiek en bizarre evenementen. Waarom? Jose Bordalas staat komend seizoen voor de groep. Na vijf op zijn zachtst gezegd geruchtmakende jaren staat de schepper van hellenploeg Getafe de komende jaren in de dug-out van Mestalla als leidsman. Ik weet niet wat een grotere vraag is: of Bordalas zijn 4–4–2 hoge press kan implementeren bij Valencia, of wanneer de eerste interne ruzies zijn. Gezien het uitblijven van aankopen (op de huur van centrale verdeidger Omar Alderete na) en nog steeds de must om te verkopen, lijken we al snel richting een herhaling van het begin van de Gracia-tenure te gaan. En Bordalas is nog veel eigenzinniger, maffer en uitgesprokener dan Gracia. Zowel binnen als buiten het veld beloven het interessante, spannende tijden te worden.
In principe is Bordalas aanstellen spugen in het gezicht van de fans, gegeven zijn stijl en de vele ruzietjes die zijn Getafe met Valencia uitvocht. Een gentleman langs de lijn is hij verre van; meer een tiran. Schorsingen, opstootjes met coaches en/of spelers hangen steeds in de lucht. Het krediet zal dus snel op zijn als er niet snel resultaat wordt geboekt. Zal de selectie aan zijn eisen kunnen voldoen? Voor spits Maxi Gomez zou de bantertactiek van Bordalas alvast ideaal kunnen zijn: werkt zich het schompes, stelt zich graag aan en blijft een slimme spits. Met Guedes en Musah zijn er getalenteerde flankspelers, terwijl Soler en Gaya op hun eigen manier dit elftal nog steeds dragen. Wie zijn de anderen die opstaan in het fysieke gevecht?
Saai zal het niet worden, lelijk kan het op veel manieren wel.
Levante
Weinig teams in de Liga zijn qua resultaat en spel eigenzinniger dan Levante. Gevreesd door (sub)topploegen, een aas voor laaggeklasseerde ploegen. Het afgelopen seizoen waren ze dichtbij historie: een verlenging verwijderd van een Copa Del Rey-finale. Alleen ging het mis want Athletic Club won; Morales was ontroostbaar voor de camera en sindsdien heeft Levante eigenlijk niet meer zijn niveau gehaald. De laatste weken van het seizoen sprankelde Levante allang niet meer, ze zijn dan ook al sinds 10 april zonder zege. Toch herrees Levante nog één keer sindsdien; tussen 23:00 en 00:00 op een dinsdagavond midden in mei. Voor rust werden ze dronken gespeeld door de De Jong-Pedri-Messi-alliantie en ging het de rust in met 0–2; na rust herrees Levante, ving het alle tweede ballen op en sloeg het Barça om de oren. Hoogst entertainend eindigde het in 3–3. Peak Levante.
Levante gedijt bij hoog tempo en agerende tegenstanders. Daar leven ze voor om met hun snelheid en zaalvoetbaltechnici doorheen te combineren. Countervoetbal is het strikt genomen wel, maar ruimtes kunnen ze geweldig bespelen. Ergens komen, niet er al staan. Dat is lastiger tegen teams die de pot dichthouden. 4–3 winnen van Betis, entertainen tegen Real Sociedad, Atlético twee keer in een week pijn doen, een punt tegen Barça, winnen bij Real Madrid. Aan de andere kant die troosteloze potten tegen Elche en Huesca alleen al. De Frutos die watervlug in ruimtes sprint, Morales en Roger die op technische wijze ontsnappen, het zaalvoetbal van Bardhi en Campaña op het middenveld, de door Pedri geapprecieerde Mickaël Malsa: het vreemdste, maar meest entertainende team van de Liga.
Levante heeft een breedgezette selectie: iedere wedstrijd kunnen ze wel flink wisselen en doorrouleren om tegenstanders aan te vallen. Elke positie heeft zijn smaak om iets aanvallenders of iets defensievers te kiezen. Toch, ondanks hun status als stuntclub en spektakelelftal eindigen ze steeds in de middenmoot. Al vijf seizoenen nooit in gevaar voor degradatie, nooit uitzicht op Europees voetbal. Komend seizoen doen ze dat ook met Roberto Soldado in de spits. De afgelopen jaren schitterde hij bij Granada, maar op zijn 36e komt de rebel nog bij Levante uit. Dat terwijl Levante ook nog Sergio Leon, Roger Martí, Jose Luis Morales en Dani Gomez heeft. Zou het voor dat stukje agressiviteit tegen gelijkwaardige opponenten zijn? Want wanneer vibes van resultaten tegen de topploegen verdwijnen, kunnen ze niet meer met de droevige vertoningen tegen rechterrijtjesclubs wegkomen.
Getafe
Net zoals Granada een serieus nieuw tijdperk ingaat zonder Diego Martinez, geldt dit ook voor Getafe. De meesterarchitect van een beruchte hellenploeg heeft afscheid genomen en trok naar Valencia. In februari 2021 hing zijn exit al in de lucht: in de week nadat Djene Ocampos zijn enkel vertrapte met alle aftermath van dien, hintte Bordalas openlijk naar een vertrek omdat hij te weinig steun voor Djene voelde. Zijn spelers werden in een hoekje gedreven en naar zijn mening werd er intern niet voor in de bres gesprongen. Het relletje werd langzaam gedoofd. Uiteindelijk zou Bordalas tot het einde van het seizoen blijven in een kleurloos seizoen na drie hoogtijjaren, een 15e plek. En daar staan we dan; talloze opstootjes op het veld, talloze Bordalas-schorsingen, talloze wedstrijden met shithousery, talloze wedstrijden met zo minimaal mogelijke zuivere speeltijd. Wat blijft er van het ‘schoppen en slaan’ over zonder Bordalas?
Getafe-preses Angel Torres stelde uiteindelijk verrassend Míchel Gonzalez aan, die tussen 2009 en 2011 ook al coach was. Veel tijd had hij er niet voor nodig, maar het was niet dat hij hoog op de shortlists in de krantjes stond. Het zorgt voor enige sceptische gevoelens bij me. Míchel heeft absoluut geen indrukwekkende coachingsjaren achter de rug en zijn laatste Liga-aanwezigheid was bij een dolend Malaga. Bij Olympique Marseille ging het hem ook al niet best af. Getafe neemt hierdoor een opmerkelijk risico. Los van alle shithousery had Bordalas een zeer specifieke, agressieve pressingsstijl waarin met alle respect enkele nobodyvoetballers uit konden groeien tot grootse voetbalsoldaten.
In welke hoedanigheid zal de geest van Bordalas rond blijven dwalen bij Getafe? Qua ‘grote’ uitgaande transfers (Cucurella, Arambarri zoemen de geruchten rond) is er tot vandaag nog niets gebeurd, maar Getafe heeft met Aleña / Vitolo / Sandro Ramirez prima LaLiga-ervaring binnengehaald en met Stefan Mitrovic (centrale verdediger) en José Macias (talentvolle Mexicaanse spits) goed gerecenseerde spelers van buitenaf binnengehaald. Een bak kundige aanvallers, ‘nog’ een degelijk middenveld, een degelijke verdediging: op papier ziet het er goed uit, maar wat is het waard zonder Bordalas en met een qua coachingscarriere dolende Míchel Gonzalez? Moeilijk om er verwachtingen op te plakken, mede omdat er tot het einde van de markt ook nog veel kan gebeuren.
Deportivo Alavés
Vitoria-Gasteiz beleeft komend seizoen het zesde jaargang LaLiga van haar plaatselijke trots sinds de promotie in 2016. Je hebt clubs die een duidelijke filosofie najagen en structureel beleid voeren, maar je hebt ook Alavés. Het is me na alle jaren nooit echt duidelijk geworden waar ze precies voor staan. Beleid op basis van de dagelijkse hartslag; dan weer naar voren voetballen, dan weer in eigen 16 hangen, dan iets ertussenin, dan weer naar achteren en dan toch weer naar voren. Javier Calleja stapte op 5 april 2021 in toen de club 20e stond en de club alweer twee trainers versleten had (Machín, Abelardo..). Prompt wist Calleja met 4 zeges en 3 gelijke spelen in 9 wedstrijden Alavés naar een veilige 16e plaats te loodsen.
De selectie van Alavés dreef tot voor deze zomer op voornamelijk invloeden van de sterke keeper Fernando Pacheco en aanvallers Lucas Perez, Luis Rioja en Joselu. Verder was de selectie vooral op defensief-organisatorisch slimme spelers gestoeld die meestal bij de eerste tegenslag nooit meer in staat waren zich terug te vechten in de wedstrijd. Voordat Calleja werd aangesteld had Alavés dan ook sinds 23 december maar één keer gewonnen in de competitie: thuis 1–0 tegen Valladolid. In de tussentijd ruimden Machín en Abelardo het veld. De ploeg leek dolend op weg naar naar degradatie. De greep voor Javier Calleja was er een van een tacticus die tot daarvoor vooral met goede voetballers bij Villarreal gewerkt heeft. Wat zou hij kunnen met een team waarin de balans qua individuele kwaliteit nogal zorgwekkend is?
Nou, hij leerde het team om steeds als een compact blok te bewegen niet-uitmakend hoe hoog ze op het veld kwamen. Met Laguardia, Lejeune zit er achterin ook wel ruggengraat in het elftal als je ze goed coacht. Met zijn wissels kon Calleja dan regelmatig de wedstrijd doen draaien als dat nodig was, en Rioja/Joselu/Lucas Perez stonden op. Zeker in de degradatiekraker tegen Elche in speelronde 36 gaf het defensief weinig weg en stonden Rioja en Joselu op. Handhaving was met een 0–2 uitzege daardoor niet meer te ontlopen.
Ook de Alavés-directie heeft gezien dat het op het middenveld ontbeerde aan ideeën. Op het middenveld is er geïnvesteerd in meer aanvallend dwingende spelers, zoals Manu Garcia en Villarreal-huurling Ivan Martin terwijl ze achterin Florian Lejeune definitief vast hebben kunnen leggen. De grote saga van dez zomer speelt echter rond Joselu. De 31-jarige fysieke bewegelijke spits wordt begeerd door Sevilla, dat momenteel nog wacht op andere marktbewegingen. Daar is hij zo door afgeleid dat hij nauwelijks heeft geparticipeerd in oefenwedstrijden terwijl communiques over en weer vlogen over hoe Sevilla dit allemaal zou hebben aangepakt. Er is nog niets veranderd terwijl Alavés 20 miljoen euro blijft vragen. Het zou nogal een duur verlies voor ze zijn en een flinke tik zijn voor handhavingsaspiraties.
Lukt het Alavés komend seizoen onder een gedegen tacticus veel vroeger veilig te zijn voor het hoogste niveau dan de afgelopen twee paniekseizoenen vol ontslagen?
Elche
Opmerkelijke prestaties zijn een relatief begrip, maar de handhaving van Elche op het hoogste niveau mag met recht een wonder genoemd worden. Promoveren deed het op 23 augustus 2020 in een promotiefinale tegen Girona; een maand later moest de nummer 6 van de Segunda Division alweer opdraven als promovendus in de Primera Division. De wedstrijden waarin ze de overhand handen waren op een hand tellen: kansen creëren was überhaupt een hell of a job dus het is niet heel verwonderlijk dat tijdens het seizoen een reeks van 16 duels zonder zege hebben moeten doorstaan. Een punt tegen Real Madrid en een zege op Sevilla als hoogtepunten in een seizoen waar veel gelijke spelen en zeges op directe concurrenten de doorslag moesten geven. 4–4–2, veel verdedigen en je momenten pakken waar het kan met Boye als eerste aanspeelpunt.
Met Lucas Boye, Fidel en Pere Milla had Elche aanvallers in haar team die zich naast het onderscheiden met goals en assists ook zonder bal zich het schompes werken. Het moest wel in een team met zo weinig individuele kwaliteit, maar de bereidheid ertoe wekelijks opbrengen is nog een ander ding. Raúl Guti liet met zijn dribbels op het middenveld nog wel eens van zich zien afgelopen seizoen. De 24-jarige lijkt wel wat meer in zijn mars te hebben dan hij afgelopen seizoen liet zien. Verder, tsja. Gedisciplineerd verdedigen? Ik heb echt moeite om hier een uitgebreide analyse over te schrijven, veel interessants hebben ze niet gedaan en dat is best logisch.
Nu is bekend dat Argentijnse zaakwaarnemer Christian Bragarnik eigenaar van Elche is, maar echt bijzonder transferbeleid heeft het Elche nog niet opgeleverd. Met Marcone (mid), Mojica (linksback) en Boye (spits) zijn spelers ten opzichte van vorig seizoen overgenomen. Kiko Casilla is als tweede keeper gehuurd achter de degelijke Badia en met Rico en Bigas zijn ‘acceptabele’ verdedigers voor LaLiga-niveau gehuurd. Maar het lijkt er niet op dat dit team een noodzakelijke kwalitatieve injectie heeft kunnen krijgen om de streep te ontstijgen.
Het zal kortom weer een extreem lastige taak voor Fran Escriba worden om Elche voor het hoogste niveau te behouden. Het lukte hem ook al in 2014 en 2015, ware het niet dat ze vanwege een belastingschuld werden teruggezet.
________________________________________________________
Het segment der degradanten is altijd een grijs gebied voor me, omdat ik daar zeg ik eerlijk niet wekelijks naar kijk. Schrik niet als daarover wat minder woorden vallen.
Espanyol
Voor het eerst sinds 1993/94 moest Espanyol in 2020/21 een treetje lager voetballen in de Segunda. Met het budget en de kwaliteiten die ze in hun selectie hebben, moet dat gegeven als een schande worden betiteld. Zeker omdat ze in de winter van 2020 nog wild tekeer gingen op de transfermarkt door spelers als Leandro Cabrera (Getafe), Adri Embarba (Rayo Vallecano) en Raul de Tomas (Benfica) voor grote bedragen los te weken bij clubs. Afgelopen seizoen richtten ze zich weer op aan de hand van coach Vicente Moreno.
De tweede club van Barcelona kan de de derby dus weer in ere herstellen. Dat is mede te danken aan doelpuntenveelvraten Adri Embarba (rechtsbuiten, 9 goals / 14 assists), Raul de Tomas (spits, 23 goals / 3 assists) en het getalenteerde jeugdproduct Javi Puado (linksbuiten, 12 goals / 8 assists). Met Sergi Darder was er een duidelijke patron op het middenveld, terwijl er achterin met Cabrera en Calero een goed defensief centraal duo was: slechts 28 tegengoals is prima. Een luxe voor Vicente Moreno gegeven het feit dat hij met Sergi Gomez (Sevilla) nog eens extra ervaring erbij haalt achterin. Daarnaast is het mooi dat de 23-jarige Adri Pedrosa een jaar vlieguren heeft kunnen maken als linksback. Dan wel weer benieuwd hoe lang ze het met de inmiddels 39-jarige Diego Lopez onder de lat uit gaan zingen.
Komend seizoen zou Espanyol een club moeten zijn die zich makkelijk handhaaft, zoals vorig seizoen Cádiz en vorig jaar Granada en Osasuna, Deze club hoort in de Liga.
Real Mallorca
Sinds 2016/17 heeft Real Mallorca alle drie hoogste divisies wel een of meer keer getrotseerd. Komend seizoen zijn ze weer terug op het hoogste niveau door na degradatie als nummer 2 te promoveren vanuit de Segunda. In tegenstelling tot Espanyol ging het met iets minder goals en uitgesproken, in principe LaLiga-waardige, toppers gepaard. Wel hadden ze net als de nummer 1 een zeer stabiele verdediging. De architect achter dit succes is Luis García Plaza. Sinds 2014 had de 48-jarige man op een blauwe maandag Villarreal zij het falend gecoacht, maar vooral buiten Europa doorgebracht als coach.
Selectiesterren Abdon Prats, Dani Rodriguez, de oude middenveldvos Salva Sevilla, Lago Junior.. ze kennen het stadion Son Moix wel op hun duimpje. Maar in 2019/20 hebben we in LaLiga kunnen zien dat ze zich stevig moesten optrekken aan Real Madrid-huurling Take Kubo en Ante Budimir. In veel duels waren ze individueel duidelijk de onderliggende partij, hoewel ze dat seizoen wel verrassend van Real Madrid wonnen in eigen huis. Richting komend seizoen hebben ze duidelijk geïnvesteerd in Primera-ervaring: Ángel (34, spits) en Jaume Costa (33, linksback) zijn in de herfst van hun carrière maar hopen nog van waarde te zijn voor de promovendus. Ook Maffeo (23, rechtsback) en Ndiaye (24, linksbuiten) hebben hoewel nog niet oud aanzienlijke LaLiga-ervaring. Op papier zou je kunnen zeggen: “Ze hebben een degelijke selectie opgebouwd”, maar het lijkt echt aan uitgesproken toppers te ontberen die net iets meer kwaliteit in hun teen hebben dan de ander.
Richting een nieuw zwaar seizoen is het daarom niet onlogisch dat Real Mallorca door Marca opnieuw wordt gelinkt aan een huurdeal voor aanvaller Take Kubo, maar eigenlijk hebben ze in elke linie nog zo’n speler met vernuft nodig. Vooralsnog zegt mijn gevoel dat ze in 2022/23 gewoon weer op het lagere niveau actief zijn.
Rayo Vallecano
Het prachtige Vallecas is terug op het hoogste niveau na twee seizoenen afwezigheid. Het voelt weer heerlijk om dat te mogen zeggen.. met extra opluchting. Op de slotdag van de reguliere competitie was het immers nog maar de vraag of Andoni Iraola, die eerder in het seizoen ook net zo goed ontslagen had kunnen worden, zijn team de play-offs in had geloodst. Tegen Lugo (nr. 18, nét veilig voor degradatie naar het derde niveau) werd met 0–1 verloren, maar Sporting Gijon kon het allemaal net niet bolwerken tegen een al uitgespeeld Almeria.
Play-offs zijn echter een andere wereld. Vaak hebben favorieten het moeilijk om hun rol waar te maken en gaan underdogs er met het promotieticket vandoor, zoals in 2020 ook Elche. Rayo Vallecano speelde de juni-playoffs tegen Leganes en Girona. Daarin toonde het haar tactische vermogen om controle over haar tegenstanders te houden en op gezette momenten de tegenstanders pijn te doen. Pressing en veel dynamiek over de vleugels. In de nog jonge, beloftevolle coach Iraola ontstak weer de tacticus die eerder nog met argusogen werd bekeken. Zowel over links (de dynamiek van Alvaro en Fran Garcia) als over rechts (de mysieke Isi Palazón die altijd gevaar sticht als hij naar binnentrekt met links) als door het midden (Trejo is een aanvallende mid, maar zorgt met zijn balvastheid en techniek in het midden voor verrassing en last bij de tegenstander). Ook nog een shout-out naar Luca Zidane, die bij afwezigheid van Macedonië-ganger Stole Dimitrievski, op doel stond bij Rayo, en naar het fenomeen Bebe die als het draait een leuke speler is, maar het draait vaak niet.
Andoni Iraola, als Athletic Club-man zal hij uitkijken naar de clash in september en we zullen hem ooit vast als gidsman van de club zien op de bank in San Mames. Na de bekersuccessen met Mirandés in 2020 is de promotie met Rayo in zijn jonge coachingsloopbaan een fraaie tweede op zijn fiche. Nu wacht hem de pittige taak om Rayo te behouden voor het hoogste niveau. Hoewel op het middenveld en aanval enkele prima versterkingen zijn binnengehaald (midenvelders Pathé Ciss & Randy Nteka waren de sterspelers van Fuenlabrada in de Segunda, Iraola kent la Real-linksbuiten Merquelanz nog van Mirandés), is het nog serieus schril in de achterlinie. Een linksback en wat extra centrale verdedigers (er zijn daar met Catena en Saveljich maar twee van) zouden geen overbodige luxe zijn.
Laten we hopen dat Vallecas snel weer zal mogen bruisen, want om Rayo Vallecano voor het hoogste niveau te behouden is voor deze selectie een steuntje in de rug geen overbodige luxe.
_____________________________________________________
Eindstandvoorspelling
1. Atlético Madrid
2. FC Barcelona
3. Real Madrid
4. Sevilla (heroverweeg dit als Koundé blijft, zou hoger kunnen worden in dat geval)
5. Real Sociedad
6. Villarreal
7. Celta de Vigo
8. Athletic Club
9. Osasuna
10. Real Betis
11. Granada
12. Valencia
13. Levante
14. Espanyol
15. Cádiz
16. Getafe
17. Deportivo Alavés
18. Rayo Vallecano
19. Real Mallorca
20. Elche